Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [32]Anders zal het geschieden, als mijn heer de koning met zijn vaderen zal [33]ontslapen zijn, dat ik en mijn zoon Salomo [[34]als] zondaars zullen zijn. 32. Hebreeuws, en het zal, of zou, enz. 33. Hebreeuws eigenlijk, nederliggen; dat is, naar het lichaam gestorven en naar de ziel in de rust des hemels opgenomen, om daar de zalige opstanding te verwachten. De dood wordt bij een slaap vergeleken, omdat hij geschiedt met het overblijven van het leven der ziel en eindigt met de opstanding van het dode lichaam. Zie hiervan ook Deut.31:16. 34. Of, als zondaars geacht worden; dat is, als schuldig en des doods waardig, als die iets kwaads bedreven, of ook naar de kroon ten onrechte zouden gestaan hebben. Zie Gen.43:9; alzo worden onschuldigen genoemd, die geen straf verdiend hebben, Gen.44:10; Joz.2:19.